Gehoorstoornissen

Een gehoorverlies betekent het niet of slechts gedeeltelijk kunnen horen van geluiden of spraakklanken. Er is sprake van slechthorendheid als er een gehoorverlies is vanaf 30dB of meer. Gehoorstoornissen kunnen ingedeeld worden volgens de ernst (licht, matig, ernstig slechthorend of doof) of volgens de oorzaak (een geleidingsstoornis bij middenoorproblemen of een perceptiestoornis als het binnenoor of cochlea aangetast is, of een combinatie van beide). Slechthorendheid kan op elke leeftijd ontstaan en kan verworven of aangeboren zijn.

Het is van belang om een gehoorverlies bij het kind zo vroeg mogelijk te detecteren. De gehoorscreening door Kind en Gezin is een betrouwbare test om aangeboren gehoorafwijkingen al kort na de geboorte op te sporen. Toch kan het kind op latere leeftijd nog een gehoorverlies ontwikkelen door vb chronische middenoorontstekingen of door een andere oorzaak.

Dan valt het op dat de taal- en spraakontwikkeling maar ook de cognitieve en de sociaal- emotionele ontwikkeling van het kind niet volgens de verwachtingen verloopt. Een multidisciplinaire aanpak is noodzakelijk. De NKO-arts volgt de medische problematiek op. De logopediste staat in voor het remediëren van de spraak- en taalontwikkeling, de communicatieve vaardigheden en de hoortraining. De kinesitherapeut of ergotherapeut behandelen de motorische en sensomotorische ontwikkeling. De psycholoog begeleidt het kind in zijn cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling. Daarnaast werken alle teamleden ook interdisciplinair en worden de ontwikkelingsdoelen telkens in team besproken en door alle disciplines gerealiseerd.

Er is een nauwe samenwerking tussen het behandelingsteam en de ouders, de school en de thuisbegeleidingsdienst.